Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er niet alleen strijd aan het front, maar ook een technologische oorlog. Wapensystemen werden voortdurend verbeterd, en een belangrijk onderdeel daarvan was de radar. De Duitsers wilden de voortdurende bombardementen van de Geallieerden stoppen. In het begin van de oorlog werd er nog geëxperimenteerd om vijandelijke vliegtuigen te lokaliseren, maar naarmate de oorlog vorderde, werd het radarsysteem steeds geavanceerder.

In 1942 werd er een type radar ontwikkeld waarbij grote radarantennes aan de kust de vijand localiseerden. De signalen van de Freya werden doorgegeven aan radarstations in het binnenland uitgerust met een grote schotelantenne, die in staat was om één vijandelijk vliegtuig tegelijk op te vangen en te lokaliseren.
Omdat er vaak meerdere vliegtuigen in een formatie vlogen, werd ervan uitgegaan dat er ook andere vliegtuigen in de buurt waren. Wanneer een vliegtuig werd opgespoord, werd het gelokaliseerd door zoeklichten die verbonden waren met de radarpost. Vervolgens werd het vliegtuig beschoten door de zogenaamde FLAK-kanonnen, die vanaf de grond vuren.


De Duitsers verbeterden hun radarstations steeds verder. Er kwamen grotere radarantenne-schotels en zelfs enorme radarschermen langs de kust van Nederland. Daarnaast werden Duitse jachtvliegtuigen, die oorspronkelijk alleen voor daggevechten bedoeld waren, aangepast voor nachtgevechten.

Deze vliegtuigen kregen een eigen radar, die inmiddels ook flink verbeterd was, zodat ze vijandelijke vliegtuigen konden opsporen, zelfs in het donker. Dankzij de radarstations langs de kust en kleinere radarstations binnenin Nederland konden de Duitse jagers Geallieerde vliegtuigen lokaliseren en aanvallen.
Om de piloten verder te ondersteunen, ontwierp de Luftwaffe een netwerk van antenneposten op de grond. Deze antennes konden de piloten helpen bij het bepalen van hun positie, wat van groot belang was omdat er nog geen GPS was. Met de radar aan boord konden de piloten bovendien vijandelijke vliegtuigen opsporen.
Eén van deze antenneposten stond in Wijngaarden, aan de grens van Hardinxveld, Sliedrecht en Wijngaarden. Hier werd een antennemast geplaatst en verbonden met de radarapparatuur in een nabijgelegen keet. Het antennesysteem maakte deel uit van een groter netwerk, dat de piloten hielp bij het navigeren. De post zelf was goed verdedigd: er werd een aarden wal van ongeveer 3 meter hoog aangelegd, afgezet met prikkeldraad. De luchtwachtpost werd bemand door een klein team van Luftwaffe-soldaten, onder leiding van een officier.

Luchtfoto’s van de Royal Air Force tonen aan dat er een versperring was bij de Zwijnskade, dicht bij de post. Dit gebied was verboden terrein, hoewel het soms gebruikt werd door kerkgangers op zondag. Dit stuk Zwijnskade was dan ook een plek waar de Duitse soldaten mogelijk wacht liepen.
De Luftwaffe had Nederland tijdens de oorlog opgedeeld in luchtruimsectoren, de zogenaamde “Raumen”. Door het antennesysteem op de grond konden piloten precies weten in welk “Raum” ze zich bevonden.

Vanaf de grond werden de piloten naar vijandelijke vliegtuigen geleid. Het systeem werkte goed, maar de discipline van de Duitsers was streng: als een piloot eenmaal naar een specifiek “Raum” was geleid, mocht hij niet zelf zijn koers wijzigen. Dit systeem zorgde er vaak voor dat piloten, die op het moment van de actie in het ene Raum vlogen en niet zomaar zelf naar een ander Raum mochten verschuiven omdat ze daar bijvoorbeeld vijandelijke vliegtuigen zagen. Dit mocht pas na opdracht van de Nacht Jagd Raum Führer. Dat betekende dat ze soms zonder succes terugkeerden. Deze strikte richtlijnen redden vaak het leven van Geallieerde piloten.
Desondanks werden er in Nederland tijdens de oorlog meer dan 6.000 vliegtuigen neergeschoten. Dit leidde tot de dood van duizenden Geallieerde vliegers. De luchtwachtpost bij Wijngaarden speelde een rol in het neerhalen van ongeveer twintig vliegtuigen in de Alblasserwaard. Laten we door bewustwording van de geschiedenis op deze plaats juist de moedige mannen die hun leven gaven voor onze vrijheid niet vergeten.