Deze uitgave van De Binnenwaard toont een donkere periode uit de geschiedenis van een gedeelte van de Alblasserwaard die een nieuw en helder licht laat schijnen over de samenleving van rond 1514. Het is dit jaar vijfhonderd jaar geleden dat een belastingonderzoek plaatsvond naar de rijkdom van alle Hollandse en West-Friese dorpen en steden inclusief een groot deel van de dorpen van de Alblasserwaard. Het onderzoek draagt de naam Informacie. Dankzij dit onderzoek, dat overigens pas in 1866 werd gepubliceerd, weten we veel over kwantitatieve gegevens van de inwoners van de dorpen in dit gebied, de middelen van bestaan en de economische welvaart. Ook de broeierige verhouding met Dordrecht in die jaren komt aan de orde.
Aan het jaar van het belastingonderzoek ging vooral tussen 1511 en 1513 een reeks aan invallen van de Geldersen vooraf die een waar schrikbewind voerden op het platteland. Zij roofden alles wat van waarde was en lieten de gebouwen brandend achter. Vanzelfsprekend was dit voor de bevolking steeds weer een enorme ramp. Schrijnend is om te lezen dat de Hollandse steden, waaronder Dordrecht, nauwelijks middelen beschikbaar stelden om de Geldersen te verdrijven. Ze konden op het platteland hun gang gaan. Dordrecht inde in die jaren bovendien zoveel belastingen bij de plattelanders van de omliggende dorpen dat de stad daarmee twee derde van hun eigen belastingverplichting binnenhaalde. Diezelfde dorpelingen waren verplicht hun producten in Dordrecht op de markt te brengen. Ook het bier, dat veelvuldig werd gedronken omdat in die jaren nog geen sprake was van zuiver drinkwater, moest in Dordrecht worden gekocht.
Heel exact berekent de auteur hoeveel inwoners in het midden en aan de zuidelijke rand van de Alblasserwaard woonden. Zelfs is bekend hoeveel personen in een woning verbleven.
In die tijd leefde het grootste deel van de bevolking van de veeteelt. Overigens hadden de boeren vergeleken met de huidige tijd een zeer gering aantal koeien. De zeer rijke boeren bezaten 10 tot 12 koeien, een gemiddeld bedrijf 4 tot 6 koeien, terwijl de meeste boeren niet meer dan 2 of 3 koeien hadden. Om toch voldoende inkomsten te genereren, moest de bevolking op zoek naar neveninkomsten. Die vonden de boeren in de hennepteelt. Daarnaast werd gevist en werden vogels gevangen.
De auteur, Harm Jan van Rees, heeft met deze studie, De Alblasserwaard in 1514 als opmaat naar de vroegmoderne tijd, op een indrukwekkende wijze de Informacie voor ons ontsloten en geeft ons een uniek inkijkje in de samenleving van begin 1500. Het onderzoek is buitengewoon waardevol voor de geschiedenis van onze Alblasserwaard.